dinsdag, 21 november, 2017, 5:42 pm - Persoonlijk
door Martin Braak
door Martin Braak
Zaterdag 18 november werd ik wakker terwijl ik droomde dat ik met mijn moeder aan het praten was. Net op het moment dat ik de vraag stelde: hoe gaat het met je? En ik als antwoord kreeg: ik ben zowel heel erg koud als heel erg warm. Na een paar minuten wakker zijn, ging door mijn gedachten dat mijn vader Johan zoveel op mijn broer Peter leek toen hij zo oud was als Peter. En dat het niet Peter was die mijn moeder zag. En toen de eerste zonlicht te zien was, ben ik opgestaan en heb ik Tommy verzorgd. Na het kammen pakte ik hem op en stond ik voor het raam. En daar beneden op de grond huppelde een wilde muis richting de deur van mijn garage. Daar lag nog wat voer wat ik per ongeluk heb laten vallen. Hij ruimde dat op. En daarna huppelde hij de ander kant op en ging onder de schutting door.
Mijn moeder Marga Braak kreeg in april het slechte bericht dat er vlekken op haar lever te zien waren en dat het hier om kwaadaardige kanker ging. Ze voelde het al aan dat het niet goed zat. Ze was namelijk zo raar moe. Dat rare moeheid had ze bij verzorgen van kennissen en familieleden in laatste stadia vaker gehoord en hoort bij kanker. Een vermoeidheid die anders is en niet goed onder woorden gebracht kan worden. Maar er was nog hoop. Want mijn moeder had twee jaar geleden borstkanker gehad en misschien was het wel uitzaaiingen van borstkanker. En dat zou eventueel behandeld kunnen worden als dat hormoongevoelig zou zijn. Maar na verder onderzoek bleek het om alvleesklierkanker te gaan en de uit de lever genomen cellen reageerden nergens op. Wij hadden van te voren al hierover gesproken. Stel eens voor dat ... Dan moet je voor kwaliteit gaan en niet voor kwantiteit. Een lastige keuze, want je wilt als mens graag zo lang de naasten blijven zien. In het gesprek met de arts vroeg mijn moeder haar: stel eens voor ik zou jouw moeder zijn, zou jij mij chemo aanraden? Je zag haar nee schudden terwijl ze geen antwoord gaf.
Richting de uitgang zei ik tegen mijn moeder laten we nog een lekker smoothy drinken, dan hebben we ten minste nog wat aan ons bezoek gehad. Een glimlach, ja lekker! Natuurlijk hadden wij beide vragen van waarom nu? Waarom een ander kanker? Wat is de kans dat je twee verschillende kankers tegelijk hebt? En dat zijn allemaal vragen waarop geen antwoord op krijgt. En later zei mijn moeder diverse keren ik had zo graag nog 10 jaar extra gehad. Wel heb ik ervaren dat slecht nieuwsgesprek snel verwerkt wordt en de mens de kracht heeft om verder te schakelen. En zo ook mijn moeder.
De arts had op haar vraag hoe lang heb ik nog? geantwoord twee tot vier maand. Maar dat is een gemiddelde mevrouw, u bent een individueel. Zou ik kerst nog halen?, was mijn moeders vraag daarna. Dat duurt nog wel heel lang, was haar spontane reactie. Maar de arts keek mijn moeder aan en zei: zoals ik u nu zie zou dat ook kunnen. Toen vertelde mijn moeder dat één van haar wens was om een witte kerstboom te hebben. Een wens die ik nog niet eerder had gehoord.
Mijn moeder begon na te denken over de laatste deel van haar leven. En van twee tot vier maand hebben wij snel drie tot zes maand van gemaakt. Mijn moeder ging er niet bij zitten, nee verdriet heeft geen zin. En verwerkingsproces van het overlijden van mijn vader in 2016 werd ineens omgezet in: gelukkig is hij er niet bij, want hij zou het zo zielig gevonden hebben. Ik ga naar Johan heen, naar jullie vader. Daar was mijn moeder heel zeker van.
Toch had ze één zware last. Ze zei: ik kan tegen iedereen vertellen dat ik niet lang meer heb. En van ieder kan ik afscheid nemen. Alleen van mijn kat Tommy niet. Tommy is mijn kat, maar ik ben zijn mens. En ik kan hem niet vertellen wat aan de hand is. Ik had mijn moeder al beloofd dat ik voor Tommy zou zorgen en om haar te betrekken heb ik de eerste krabpalen samen uitgezocht en gekocht. Met Tommy komt allemaal wel goed!, en dat gaf haar rust. Wel goed kammen hoor!, ja mam, dat komt goed. Maar om dat ook gerust te stellen kwam ik een aantal keren 's ochtends om Tommy te kammen.
Mijn moeder begon op te ruimen. Ze wilde ons niet met rommel achter laten, maar het was ook zo dat ze genoot van anderen blij te maken. Daarom gaf ze dingen met een warme hand weg, in plaats van met de koude hand. We namen de oude foto's door en we hebben de oude horloges bekeken en vergeleken met de oude foto's. Ook zijn we met de auto naar Almelo afgereisd om nog een bezoekje te brengen aan de Parallelweg 100, waar oma en opa vroeger woonden en naar Parallelweg 50 waar ze geboren was en haar eerste herinneringen van had. Dat stukje daar, dat heeft mijn vader gebouwd. En dat daar...
Ook gingen wij bijna elke week naar het restaurant. Wanneer zij kon en energie genoeg had. Eten daar hield ze van en tot op haar laatste dag heeft ze daarvan kunnen genieten. Wel was het al snel dat ze een doosje meenam om een deel erin te doen en mee te nemen naar huis. Ach, dat zullen ze in het restaurant toch niet moeilijk over doen? Maar ze deed dit elke keer stiekem. De dag erna kon ze nog lekker genieten van een stukje vlees. Op een gegeven moment nam ik chips voor haar mee. Want elke keer dat ik boodschappen haalde, nam ik nieuwe dingen voor haar mee. Dingen dat ze niet eerder had gehad. Chips!, ach, het maakt ook niets meer uit of ik elke dag chips eet toch? Mijn moeder vertelde dat ze geregeld op haar lijn moest passen. Maar dat hoeft nu niet meer!, zei ze met een grote glimlach.
In de zomervakantie waren we een dagje in Walibi en op de terug reis hebben wij een grote zak snoep samengesteld. Van elke bak hebben we een aantal snoepjes gepakt om zoveel verschillende soorten snoepjes in één zak te krijgen. Bij de balie keek de vrouw ons raar aan en ik vertelde dat dit iets van de bucketlist was. Ze pakte het prachtig in en mijn moeder vond dit geweldig. En de snoep was in een paar dagen op. Delen?, nee!, normaal was ze altijd van het delen maar dit keer was dit voor haar!
Op een gegeven moment vroeg mijn broer Peter of mijn moeder een lijst wilde maken wie een rouwkaart moet krijgen. Want haar telefoonlijstje, daar stonden veel namen in. Dat is goed!, was haar reactie. Een paar dagen later vertelde ze dat ze contact had gehad met de begrafenisondernemer en de enveloppen al waren bezorgd. En dat ze die zelf had geschreven. Niet alleen dat ze zelf controle had, maar ook dat ze ons wilde ontzorgen.
Het moment dat het slechter ging en prednisolon plus morfine kreeg was juist voor haar gunstig. Mijn moeder had last van reuma, had twee kunstknieën en last van instabiliteit in de knieën. Ze kon slechts kleine stukjes lopen en een klein stukje fietsen. Maar juist door prednisolon kreeg zij naast meer energie ook minder dikke knieën en minder pijn. Ze ging meer dingen zelf doen. Op de fiets naar Action om kunstbloemen te kopen. En naar de dierenwinkel om speeltjes voor Tommy te kopen. Maar ook ging ze naar mijn broers huis om daar het aanrecht op te ruimen en kleine dingetjes in zijn huishouding te doen. Later zei ze wel eens, ik was net de hulk.
Elke dag kreeg ze bezoek en vaak niet één, maar meerdere mensen die langs kwamen. Ook namen zij lekkere dingen mee. Ze genoot zo van deze aandacht. Zoveel dat ze bijna nooit nee zei, terwijl aan het einde ze eigenlijk niet meer kon volbrengen en vol kon houden. Maar ook ging ik met haar nog twee keer naar tante Anna. En tijdens deze twee bezoeken gaf ze diverse dingetjes die Anna kon gebruiken. Dat deed ze met veel dingen, over alles werd nagedacht. Er werd zoveel mogelijk weggegeven om anderen helpen en om anderen blij mee te maken.
's Nachts was het lastig, vooral in de tijd dat ze last had van veel zweten. Zoveel dat het hele bed twee keer in de nacht verschoond moest worden. De vermoeidheid brak haar op. Maar de arts had de gouden tip: slikt u prednisolon in de avond? Slikt dat 's ochtends en neem extra paracetamol op het moment dat u naar bed gaat. Dat hielp, ze kon weer beter slapen. Een grote opluchting voor haar.
In het begin zei ze wel eens: hadden we Tommy maar niet aangehaald. Maar tijdens haar ziekte was dit haar grootste steun. Ze stond met Tommy op en ging naar bed wanneer Tommy naar de keuken gebracht was. Tommy werd ontzettend verwend. 's Ochtends na het kammen kreeg hij snoepjes. Daarna ging mijn moeder een plak roggebrood eten. Natuurlijk kreeg Tommy hiervan een stukje mee. 's Middags at mijn moeder ook iets waarbij vaak rekening werd gehouden met Tommy. Want Tommy kwam altijd op de leuning van de bank zitten. Er was een moment dat mijn moeder in de nacht niet kon slapen en op de stoel in slaap is gevallen. Beetje wakker wordend realiseerde ze zich dat ze erg slecht aan toe was en dat ze geen deken over haar blote benen had gelegd. Maar het was heerlijk warm en ze sliep verder. 's Ochtends bleek waarom. Tommy zat op haar schoot de hele nacht.
Op een gegeven moment was prednisolon uitgewerkt. Het ging slechter en slechter. De arts had al toegezegd dat wanneer dit zou gebeuren er nog een middel was. Eentje die zwaarder was. Mijn moeder heeft dit altijd het boze broertje van prednisolon genoemd. Het werkte gelukkig direct erg goed. Maar ze werd er wel wat hyper van. Ze type vijf kwartier in een uur. Want ze was heel actief geworden op Facebook. Facebook was vroeger iets van onze vader, Johan. En mijn moeder deed veel aan spelletjes als WordOn. Daar kende ze ook wat mensen waarmee ze berichtjes verstuurde. Facebook zocht ze leuke kattenfoto's op. Plaatste leuke berichtjes. Maar in de nachtelijke uren, vooral aan haar einde van haar leven, schreef ze diverse berichtjes via messenger.
Ook antwoordde ik 's nachts wel eens terug. Zo ook op haar reactie dat ze vader zou zien als ze zou overlijden. Niet alleen pa, denk maar eens aan wie je allemaal terug ziet! Ze is de hele nacht bezig geweest met herinneringen ophalen. Goed dat ik dit schreef, schreef ze. Tante Sietske natuurlijk, die wacht op mij, zo vaak mee gelachen. Mijn opa en wie weet oma. Oom Henrik, overleden toen ze nog maar 13 was. Zuster Leopolde hand in hand beloofd om elkaar op te zoeken. Annie, Erna, haar goede vriendinnen, tante Jo van wie mijn moeder de ogen van heeft gesloten. Natuurlijk opa en oma Braak. Papa's zusje Aafke wiens verjaardag ze nooit vergat. En nog van een aantal kinderen die veel te jong overleden waren. Buurman Mans niet te vergeten, zolang naast gewoond. En ongeveer tien poezen...
Moeder had gelukkig niet veel pijn. Maar van de morfine zag ze wel op een gegeven moment beestjes. Beestjes die over het behang langs het schilderijtje liepen. Kleine beestjes, maar zo scherp van geest wist ze dat ze niet echt waren. Op een gegeven moment liep mijn moeder naar het behang en ving daar een fruitvliegje. Zie je wel!, ik ben nog niet gek! Deze is echt! Ook hoorde ze een keer mijn vader in de keuken. De geluiden precies je papa. En een keer midden op de dag zag ze Peter op de bank zitten met heel helder licht om hem heen. Komt Martin ook?, vroeg ze. En op dat moment zat er niemand meer op de bank. Het was Peter helemaal niet die er zat. Maar dat helder licht, zo prachtig. Zou dat het helder licht zijn dat ik straks ga zien, schreef ze me later.
En de laatste weken dat ik 's ochtends las: goedemorgen!, ik ben er nog! Want het ging steeds slechter met mijn moeder. In alles merkte je dat haar lichaam aan het opgeven was. Eén van haar laatste nachten schreef ze me in de midden van de nacht: 3.52 ik schrik wakker. Wat WIL IK GRAAG? Douchen dus. Kan ik dat? NEE? Doe ik dat...ja dus....heerlijk warm water...stevige kraan. Heerlijk gevoel. Tot het laatst moment deed ze veel zelf. Ook al had ze thuiszorg, ze was daar zo blij mee en maakte daar vele persoonlijke gesprekken mee. Ze had haar uitvaart al zelf op papier gezet hoe alles moest verlopen. Toch werd in het laatst moment nog wat gewijzigd. Waarom zou ik de kleding die ik op vader's crematie aanhad dragen?, zei ze. Ik kan veel beter de kleding aandoen waar ik zo blij mee ben en zo plezierig zit. Een rood vestje dat ze heel vaak gedragen had, het stond haar ook veel beter.
Eén ochtend had ik zelf moeilijk en toen las ik haar bericht op Facebook waar onder andere in stond: Martin, doe vandaag kalm aan. Een wijze raadgevend zinnetje, dat me altijd bij gaat blijven. Raadgevend, helpend, regelend, dat deed ze vaak. In mijn jeugd heeft ze ook vaak ervoor gezorgd dat ik goed geholpen werd. Juiste moment geopereerd, juiste school etc. Maar ook de zorgen, niet alleen van ons, maar ook van anderen. Ze was altijd begaan met iedereen.
Geloven betekent... God... Verrijzenis en weerzien. Drie woorden, geen zee aan bijbelkennis voor nodig. Zalig zijn de barmhartigen, want hun zal barmhartigheid geschieden. Tot haar laatste moment heeft mijn moeder kunnen genieten en had ze de kracht om verder te gaan. Terug kijkend was het ook de juiste keuze geweest om niet voor behandeling te gaan. Ze heeft goede zes maanden gehad na het slecht nieuwsgesprek met de arts. Van iedereen afscheid kunnen nemen, van alles kunnen bespreken. Elk fotoalbum is doorgenomen. Haar worden waren dan ook: Zo is het goed.
Geschreven op 18 november 2017.
Ter herinnering van mijn moeder Marga Braak-Keen.
reactie toevoegen
| permalink