Blog over hamsters

Hamsters kunnen niet alle kleuren zien en dat komt omdat ze een dichromatisch zicht hebben. Dat betekent dat ze in hun ogen twee kleurreceptoren hebben in plaats van mensen drie. Ze kunnen kleuren waarnemen in het blauw-groene spectrum en hebben moeite met het onderscheiden van roodtinten.

Hamsters nemen geluiden waar tussen de 1.000 en de 30.000 Hz. Ze hebben scherp gehoor vooral in het hogere frequentiebereik. Dit stelt hen in staat om communicatiesignalen van hamsters op te vangen evenals omgevingsgeluiden en mogelijke bedreigingen te detecteren. De hoge geluiden zijn voor de mens niet waarneembaar. Hamsters kunnen niet zo goed horen als ratten. Ratten hebben een bereik van 200 tot maar liefst 80.000 Hz.



Het verschil in het aantal kleurreceptoren tussen hamsters en mensen heeft te maken met de genetische en evolutionaire verschillen. Mensen en andere primaten hebben drie verschillende kleurreceptoren, ook wel kegeltjes genoemd, die gevoelig zijn voor verschillende golflengten van licht. Deze kegeltjes stellen in staat om een breed scala aan kleuren waar te nemen.

Bij hamsters en veel andere zoogdieren, waaronder honden en katten, is er genetisch gezien een mutatie opgetreden die heeft geleid tot het verlies van een van de drie kegeltjes. Dit wordt meestal geassocieerd met een evolutionaire aanpassing aan hun specifieke leefomgeving en gedrag.

Hamsters zijn nachtdieren en hebben zich aangepast aan het leven in omgevingen met weinig licht, zoals ondergrondse holen. Hun vermogen om kleuren waar te nemen is daarom minder belangrijk dan andere zintuigen, zoals geur en gehoor, die essentieel zijn voor hun overleving. Het verlies van een kleurreceptor kan energetisch gunstig zijn, omdat het de efficiëntie van het zichtsysteem verhoogt zonder afbreuk te doen aan andere belangrijke zintuigen.

De precieze redenen achter deze genetische mutaties en aanpassingen in het kleurenzicht is op dag van vandaag nog steeds een onderwerp van wetenschappelijk onderzoek.