Een variant van de Syrische hamster, namelijk de Dalmatiër, heeft internationaal veel stof doen opwaaien. Wij, Nederlandse fokkers, kennen deze variant al meer dan 10 jaar en vinden het niet zo bijzonder. Alleen wisten wij al die jaren niet om welke mutatie het ging.
Oktober 2006 kwam Jana Svobodová (Riky Hamstery) uit Tsjechië deze bijzondere patroon tegen op een klein knaagdieren evenement in Praag. De eigenaar was Líza Svejdová Sen zij vertelde dat zij deze hamsters op een ander beurs van een marktkoopman gekocht
had. In november ontmoette Jana deze marktkoopman en hij vertelde dat hij deze hamsters uit Nederland geïmporteerd had. Tevens vertelde hij dat ze Dalmatiërs genoemd worden, in grote aantallen geleverd konden worden en dat het waarschijnlijk gaat om de
combinatie van dominant spot met het semi-lethale schimmelgen 'roan'. Dit is een dominante mutatie (gencode 'Wh') die in combinatie met crème een schimmeleffect geeft. De Syrische hamsters in deze variant worden normaal van kleur geboren en naarmate ze
ouder worden, worden ze witter. In combinatie met goud zorgt het voor een witte buik. Dit is de reden dat deze mutatie ook wel 'white belly' genoemd wordt. Wanneer dit gen dubbel geërfd wordt, dan zijn ze spierwit en oogloos. En daarom zijn ze niet levensvatbaar.
Uit bepaalde kruisingen met Dalmatiërs kwamen volgens de marktkoopman ook goudkleurige Syrische hamsters met witte buiken. En dat moet dus wel roan zijn...
Jana nam een aantal Dalmatiërs mee en begon een zoektocht waar deze variant precies vandaan kwam. Alle informatie leidde tot Nederland. Jana vond zelfs een foto van een Dalmatiër in de konijnen en knaagdieren encyclopedie van Esther Verhoef gepubliceerd
in 1998. En Jana ging direct aan de slag om met de meegenomen Dalmatiërs te fokken. Op dat moment was zij niet de enige die probeerde de puzzel op te lossen. Meerdere fokkers waren hier al mee bezig en het was overduidelijk dat het om een dominant spot
variant ging. Maar ook werd het duidelijk dat het niet veroorzaakt wordt door het schimmelgen 'roan'. Maar dat er sprake is van een 'onbekende' recessieve mutatie die in combinatie met dominant spot een omgekeerd effect veroorzaakt. Het zorgt voor een wit dier
met gekleurde vlekjes. Deze mutatie werd daarom nom-spot genoemd en genetisch met 'ns' aangeduid.
Het leek erop dat deze puzzel opgelost was, maar dat was niet zo! Een aantal jaren later duikt er een nieuwe variant op: een Syrische hamster met een schimmelpatroon waarbij een soort aalstreep zichtbaar is. En hier ging het niet om de semi-lethale variant 'roan'.
In 2006 lied Janet Nobel van de fokkerij Medusa op Exoknaag een aantal exemplaren zien en vertelde dat het recessief vererft. Op de 35 jarig jubileum clubdag van de Nederlandse Knaagdierenfokkers Vereniging gehouden op 7 juni 2008 won Laura Post met een
yellow black schimmel vrouw oud een prijs. Een bijzonder maar ook een prachtige hamster! En deze hamster kwam uit de dierenwinkel. De discussie laaide op, want het was overduidelijk dat deze hamster een yellow black (= geel gecombineerd met zwart) betrof en
dat het niet om de reeds bekende dominante schimmelmutatie 'roan' kon gaan. Want deze heeft geen effect in combinatie met geel (echter door een paar fokkers ontkent, zij zijn van mening dat roan wel degelijk effect op geel en geel gerelateerde kleuren heeft). Het
moest wel om een nieuwe mutatie zijn!
Deze variant dook steeds vaker op en verschillende fokkers zoals Jana Svobodová gingen op onderzoek uit. Een aantal jaren later werd het duidelijk dat het hier om een recessieve mutatie ging dat in combinatie met umbrous gecombineerd met crème of geel een schimmeleffect
genereert. Tegenovergesteld ten opzichte van de bekende dominante schimmelgen worden ze direct met dit patroon geboren en blijft het patroon hetzelfde naarmate ze ouder worden. In combinatie met goud zorgt het voor een witte buik. Zo rond 2010 ontstond een
nieuwe internationale naam voor deze variant: polywhite. Janice Bourell (Holmden Hill Haven) woonachtig in Ohio, USA, kruiste deze mutatie met de dominante schimmelgen en kwam tot de conclusie dat wanneer je beide mutaties combineert, je een ander vlekpatroon
krijgt. En wanneer deze ander vlekpatroon terug kruist met een polywhite, je geen normale kleuren uitrollen. Haar conclusie is dat het om een mutatie ging dat op dezelfde locus lag als het domiante schimmelgen 'roan'. En daarom wordt deze mutatie nu met (niet wetenschappelijk onderbouwde) gencode 'wh(p)'
aangeduid.
Mijn broer Peter Braak heeft deze variant ook. Bij het puzzelen in 2012 via zijn stamboomregistratie en verschillende nestjes die hij op dat moment had, kwam ik tot een bijzonder conclusie: de mutatie die de dalmatiër veroorzaakt (non-spot) is dezelfde mutatie als polywhite. Het is één en dezelfde
mutatie. En bij een aantal test kruisingen bleek dit inderdaad het geval te zijn!
Hoe een oude mutatie in combinatie met andere kleurmutaties totaal iets nieuws kan genereren en het jaren duurde voordat die combinatie ooit gefokt werd: non-spot gen is hetzelfde als polywhite gen.
Martin Braak
Geschreven in april 2013