Tepelinfecties
Acute ontsteking van de melkklier wordt het vaakst aangetroffen tijdens het zogen. Dit komt omdat melk een uitstekend medium is voor de groei van de bacteriën. De klieren kunnen bij het spenen gemakkelijk beschadigd raken en wanneer één of verschillende soorten bacteriën via de tepelkanaal naar binnen dringen, kunnen zij ontsteking veroorzaken. Dit zowel bij de melkklier als in de bloedbanen. Zo kan een onhygiënische omgeving, schurend en scherp bodembedekking, ongepaste kooien, door bijten, overlijden van pasgeboren hamsters en door vroeg spenen tepelinfectie ontstaan (bron *1). Een tepelinfectie is meestal tussen dag 7 en 10 zichtbaar. Meestal zijn de vrouwtjes daarvoor licht ziekjes en kunnen ook koorts hebben.
De volgende bacteriën kunnen een tepelinfectie veroorzaken:
- Pasteurella spp
- Klebsiella spp
- Coliform bacilli
- Streptococcus spp
- Staphylococcus spp
- Pseudomonas spp
- Escherichia coli (= E. coli)
Bepaalde bacteriën komen veel voor. De Klebsiella bacterie komt oorspronkelijk voor in de darmen, waar ze geen ziekte veroorzaken. Er zijn verschillende varianten ervan en ze komen ook voor op bijvoorbeeld contant geld. Kebsiella Oxa-48 is een bijzonder variant omdat deze heel moeilijk met antibiotica te behanden is.
Soms komt het voor dat je bij een vrouwtje één of meerdere knobbeltjes voelt. Een knobbeltje kan vanzelf weg gaan, maar het kan ook inkapselen of later een flinke ontsteking veroorzaken. Bij onderzoek (Heurkamp and Dillahay, 1990, bron *2) is gebleken dat het mogelijk is dat bij een bacteriële tepelinfectie meerdere knobbeltjes kunnen ontstaan.
Soms kunnen door een bacteriële infectie de kleine bloedvaatjes van het geïnfecteerde gebied door stollend bloed verstopt raken. Het weefsel dat door deze vaatjes van bloed wordt voorzien, krijgt dan te weinig bloed en sterft af. Dit gebied wordt zwart van kleur. Dit wordt necrotiserende huidinfectie genoemd. Doordat de afweerstoffen (zoals witte bloedcellen en antilichamen) het betreffende gebied niet meer kunnen bereiken, breidt de infectie zich snel uit. Daardoor zie je vaak dat onder de zwarte korst veel pus / etter zit. Sommige necrotiserende huidinfecties breiden zich uit tot diep in de huid en het bindweefsel rond de spieren (fascie). Deze aandoening wordt necrotiserende fasciitis genoemd. Andere necrotiserende huidinfecties breiden zich uit naar de bovenste huidlagen. Dit wordt necrotiserende ontsteking genoemd. Diverse bacteriën, zoals Streptokokken en Clostridium, kunnen necrotiserende huidinfecties veroorzaken. Vaak wordt de infectie door een combinatie van bacteriën veroorzaakt.
Genetische variant van de tepelinfectie
Bij de Russische dwerghamster komt een genetische variant voor. Het gen veroorzaakt alleen bij de vrouwtjes een probleem en niet bij mannetjes. Het vererft dominant en veroorzaakt dat één tepel niet goed functioneert. Bij haar eerste nest, wanneer de melkklier melk produceert, kan dit melk niet weg en hoopt zich op. Het lichaam reageert hierop en er ontstaat onderhuids een ontsteking. Tussen dag 7 en 10 wordt de desbetreffende tepel of net ernaast een gebied zwart. Nadat de zwarte korst eraf gaat, wordt de etter en dood materiaal verwijdert. Meestal doet het vrouwtje dit zelf. Indien dit niet het geval is, moet je de hamster hierbij helpen zodat de wond schoon wordt. Pas wanneer de wond geheel schoon is, kan de wond helen. Wanneer je naar de verschillende gevallen binnen de familie bekijkt, zie je meestal dat het elke keer om dezelfde tepel gaat. Het gaat of om de tepel bij de anus of om de tepel bij de voorpoot (of wel de eerste in de rij of de laatste). Meestal is het ook aan dezelfde kant. De variant bij de anus betreft de eerst voorkomende variant en is het zwaarst. Het kan voorkomen dat deze variant de anus dicht drukt waardoor andere problemen veroorzaakt worden. Vaak is hier niets aan te doen en leidt tot de dood. Bij deze variant zie je ook vaak dat het vrouwtje een dag tot twee dagen voordat de plek zwart wordt, erg ziek is. Ze liggen vaker en langer op hun nest en voelen zwak aan. De variant bij de voorpoot is qua 'geschiedenis' later ontstaan. Het gaat waarschijnlijk wel om dezelfde erfelijk afwijking. Deze variant valt minder op. Dit omdat de hamster veel minder last van heeft en minder ziek van wordt. Deze variant is bijna nooit dodelijk en gaat vanzelf weg.
Het verradelijke aan dit gen is dat het eveneens iets anders doet waardoor de jonge Russische dwerghamster dikker en breder uitzien. Selectie door een fokker op grootte en dikte zal leiden tot selectie op de afwijking indien de afwijking in de lijn voorkomt. Veel mensen vinden de grootste en dikste van een nest vaak het mooist. Dat is waarschijnlijk de reden dat de afwijking in de jaren '80 zo verspreidde.
Er is geen variant bekend die meerdere tepels afstoot. Onderscheid in bacteriële en de genetische variant kan lastig zijn en soms niet te bepalen. Een tepelinfectie zonder dat een gebied zwart wordt, betreft waarschijnlijk geen genetische variant. Maar beide soorten kunnen leiden tot een zwarte korst. En bij de bacteriële variant zorgt dit eveneens voor een 'gat' omdat achter de zwarte korst etter ophoopte. Meestal is het zo dat de genetische variant een dieper gat veroorzaakt.
Wat te doen bij een tepelinfectie
Wanneer je als fokker een tepelinfectie constateert, kan je meestal niets aan doen. Het geven van antibiotica geeft meestal geen verbetering en/of verlichting. De meeste varianten gaan vanzelf over. Wel moet je waakzaam zijn dat de wond mooi schoon wordt en blijft. Bij een rode / gele tepelinfectie barst de infectie open op het moment dat rijp is. Wanneer je ziet dat de wond niet mooi schoon is of dat de inhoud niet eruit komt, dan kan je door middel van lichtjes drukken helpen om de inhoud eruit te krijgen. Bij een zwarte korst moet eerst deze zwarte korst afgestoten worden. Daarna moet de wond schoon worden. Meestal gaat dit vanzelf en zal het vrouwtje de inhoud schoon likken. Mocht dit niet gebeuren, dan moet je door licht masseren proberen om de wond schoon te krijgen. Wanneer de wond schoon is, zal de wond binnen enkele dagen helen.
Houdt daarnaast rekening met hygiëne. Was je handen voordat en nadat je de moederhamster en haar kindjes in de handen hebt gehad. Ontsmet de kooi nadat de kleintjes weg zijn. Doe dit met kokend water. Na ongeveer drie minuten zijn namelijk bijna alle bacteriën en virussen dood en dat is een zeer goede manier van ontsmetten. Zo zorg je ervoor dat de bacteriën niet in de kooi een nieuw geval veroorzaken. Uit een Duits onderzoek bleek dat de meeste grampositieve bacteriën zoals enterokokkensoorten, stafylokokken en streptokokken vele maanden op harde oppervlakken overleven. Ook gramnegatieve soorten zoals de E. coli, Pseudomonas en Klebsiella kunnen waarschijnlijk maanden in en/of rondom de kooi overleven (bron *4).
Selecteren van een moeder met een tepelinfectie
Voorkeur heeft om niet van een hamster met tepelinfectie te selecteren. De reden hiervoor is dat je zowel de bacteriële als de genetische variant moet mijden. Toch komt het voor dat een fokker wil selecteren omdat het belangrijk is voor de foklijn. Er kunnen ook andere (emotionele) redenen zijn, maar probeer objectief die keuze te maken. Als je als fokker terug kunt grijpen op een ander familiedier of op een ander manier kunt oplossen, waarom zou je als fokker het risico willen lopen?
Gevallen waarbij je ziet dat tepelinfecties in meerdere generaties voorkomen, verdienen aandacht en moet door de fokker beoordeeld worden. Het beste is om de gevallen in de stamboom bij te schrijven zodat je familie gerelateerde problemen overziet. Dit moet je trouwens niet alleen bij tepelinfecties doen, maar met alle problemen die opvallen.
Hoe vaak komen tepelinfecties voor
Er is weinig informatie bekend over hoe vaak tepelinfecties voorkomen en wat normaal is. In normale situaties komt het niet vaak voor en betreft het incidenten. Kijk ik naar mijn eigen dwerghamsters en naar mijn broer's Syrische hamsters, dan komt het weinig voor. Naar mijn mening komt het wat vaker voor bij de Russische dwerghamster dan de Syrische hamster. Als het bij mij voorkomt, dan gaat het meestal om vrouwtjes die nog klein en mager zijn. Of waarvan ik ook zie dat de moedermelk niet zo goed is en de jongen groei achterstanden hebben.
Of de genetische variant nog vaak voorkomt, is bij mij eveneens onbekend. Door selectie is het defect eruit gefokt. Maar door selectie zou ook het defect minder erg geworden kunnen zijn waardoor de symptomen minder erg zijn of niet tot uiting komt. Dat is iets wat ik niet weet!
Foto's
Tepelinfectie |
Tepelinfectie, mogelijk de genetische variant |
Tepelinfectie, een niet genetische variant |
Twee dagen later |
24 uur daarna |
48 uur daarna |
Linksboven zie je een foto van een normale tepelinfectie. Rechtsboven betrof het om een Russische dwerghamster met één zwarte plek en deze was vrij groot. Dit gebeurde bij haar eerste nest.
Onderste vier foto's zijn gemaakt van een Russische dwerghamster die op drie plekken een infectie had; aan beide zijden en onderaan. Beide zijden waren kleine bobbeltjes dat vanzelf weg ging. En aan de onderkant lied het zwarte korst los. Nadat de etter/pus weg is, blijft een open wond over en deze dicht zich na enkele dagen. De infectie trad op bij haar derde nest. Omdat het niet bij eerste nest optrad, betrof dit met zekerheid geen genetische variant.
Conclusie
Zoals je op de foto's kunt zien, kan het heel lastig zijn om het verschil tussen de genetische en de normale tepelinfectie te zien. Wanneer de infectie bij het eerste nest optreedt en het betreft één zwarte wond, ga dan uit dat het de genetische variant kan zijn. En selecteer daarvan geen jongen. Maar ook de normale tepelinfectie kan gevaarlijk zijn. De bacteriën kan van de ene hamster naar de ander hamster gaan. In 2015 bleek bij een onderzoek dat een eigenschap waarvan men dacht dat die erfelijk was, niet erfelijk was, maar via darmbacteriën van moeder op de kinderen ging (*5). Min advies: selecteer geen dieren van een moeder die een tepelinfectie heeft gehad. Dit zodat je zo min mogelijk risico loopt.
Martin Braak
April 2015
Links en bronnen:
(*1) Harkness and Wagner's Biology and Medicine of Rabbits and Rodents
(*2) The Laboratory Rabbit, Guinea Pig, Hamster, and Other Rodents, bladzijde 815
(*3) Merck Mnual inzake necrotiserende huidinfecties
(*4) Bacteriën overleven hardnekkig
(*5) Vertically transmitted faecal IgA levels determine extra-chromosomal phenotypic variation, Clara Moon e.a., Nature AOP, 16 februari 2015
Dierenziekenhuis.nl, melkklierontsteking
UGCN, pdf uiergezondheid