Wat is diabetes?
Diabetes noemen wij in de volksmond ook wel suikerziekte. Het is een aandoening waarbij het glucosegehalte in het bloed te hoog is. Glucose is de voornaamste energiebron van de lichaamscellen. De cellen verbranden de glucose en hebben dit nodig om goed te functioneren. Cellen kunnen glucose opnemen met behulp van insuline. Insuline is een hormoon dat wordt aangemaakt door de alvleesklier en wordt evenals glucose via het bloed vervoerd. Wanneer er geen of onvoldoende insuline wordt aangemaakt, komt glucose niet in de cellen terecht en wordt het niet verbrand. Daardoor stijgt het niveau van glucose in het bloed.
Diabetes wordt daarom suikerziekte genoemd: een stijging van suiker in het bloed. Suikerziekte wordt niet zo genoemd omdat suiker de oorzaak van de ziekte is.
Koolhydraten
Koolhydraten omvatten zetmeel en suikers. De darmen zetten koolhydraten om in glucose. Dat komt in het bloed als bloedsuiker / (bloed)glucose en dat is de brandstof voor het lichaam. Maar als een hamster diabetes heeft, blijft er te veel bloedsuiker in het bloed zitten. De bloedsuikerspiegel is dan te hoog. En daarom zijn teveel koolhydraten slecht wanneer een hamster diabetes heeft.
In de volksmond wordt met suiker "witte" suiker bedoeld en dit is een snelle koolhydraat. Snelle koolhydraten laten de suikerspiegel snel stijgen waardoor de hamster het gevoel krijgt meer energie te hebben. Snelle koolhydraten kunnen zorgen voor problemen in het lichaam. Indien de hamster hier teveel van binnen krijgt, zal zijn lichaam vaker insuline moeten aanmaken om de overtollige glucose af te voeren en op te slaan als vet. En dat gaat juist bij hamsters met diabetes niet goed. En daarom is het belangrijk om bij hamsters met diabetes snelle koolhydraten te vermijden.
Langzame koolhydraten (ook wel complexe koolhydraten genoemd) worden veel trager opgenomen. Dit komt door de complexe samenstelling van de langzame koolhydraten. De spijsvertering doet er langer over om het zetmeel wat hierin zit af te breken en om te zetten naar glucose. Dit zorgt voor een stabiele bloedsuikerspiegel. Voorbeelden van langzame koolhydragen zijn volkoren- en spelt producten, groentes, noten en zaden.
Welke vormen van diabetes zijn er?
Bij de mensen worden hoofdzakelijk twee verschillende type diabetes onderscheiden, namelijk type 1 jeugddiabetes en type 2 ouderdomsdiabetes. De benaming jeugd en ouderdom is verraderlijk. Want met type 1 wordt eigenlijk bedoeld dat er totaal geen insuline aangemaakt wordt. Het proces van stoppen van het aanmaken van insuline begint vaak op jonge leeftijd, maar niet altijd. En onder type 2 vallen alle diabetes gevallen waarbij insuline in beperkte mate aangemaakt wordt of dat het lichaam niet goed meer op insuline reageert. Dit proces begint vaak op een latere leeftijd. Maar niet altijd op later leeftijd. Zowel type 1 als type 2 kan op verschillende leeftijden uiten. Jonge mensen kunnen diabetes type 2 hebben en oudere mensen kunnen ook type 1 diabetes krijgen. Een groot verschil tussen type 1 en type 2 is dat mensen met diabetes type 1 insuline moeten spuiten om in leven te blijven.
Maar naast type 1 en type 2 (totaal 94,5% van de gevallen), bestaat bij mensen ook monogen-diabetes (MODY). Dit wordt diabetes type 3 genoemd. MODY staat voor Maturity-Onset Diabetes of the Young en is bij mensen een autosomaal dominant erfelijke vorm van suikerziekte die meestal op zeer jonge leeftijd begint. MODY is een milde vorm van diabetes die lijkt op type 2. Bij MODY reageert de alvleesklier onvoldoende als het bloedsuikergehalte stijgt. Daardoor geeft de alvleesklier te weinig insuline af. Daarnaast zijn er bij mensen ongeveer 57 andere aandoeningen die tot diabetes leiden. Deze groep aandoeningen veroorzaakt bij mensen minder dan 0,5% van de gevallen.
Je zult begrijpen dat een hamster met diabetes type 1 niet heel oud kan worden. Zonder insuline kan het proces van verbranden van glucose niet plaatsvinden en de hamster kan daardoor niet lang leven. En daardoor treden er verschillende complicaties op. Ongeacht of je zijn dieet aanpast. Bij hamsters komt voornamelijk type 2 ouderdomsdiabetes voor en daarbij wordt insuline nog beperkt aangemaakt. De mate waarin dit wordt aangemaakt bepaalt het verloop van de ziekte.
Hoe zie ik dat een hamster diabetes heeft?
Wat je fysiek aan een hamster met diabetes ziet, is dat de hamster meer dorst heeft en meer drinkt dan normaal. En dat de urineplekken / plashoeken groter zijn dan normaal en je de kooi veel sneller moet verschonen. De geur van deze urineplekken is scherper dan anders. Bij ergere vormen zal de hamster een hogere lichaamstemperatuur hebben en minder actief zijn. Vaak hebben ze een normaal gewicht of zelfs last van overgewicht.
Bij hamsters met diabetes zit teveel glucose in het bloed. Als de concentratie glucose in het bloed boven een bepaalde waarde uitstijgt, zijn de nieren niet meer in staat om alle glucose tegen te houden en komt een deel ervan in de urine terecht. Het lukt de nieren niet om al die glucose terug te pompen naar het bloed. Er wordt daarom meer vocht aangetrokken en daardoor is het totale volume van de urine groter. Dit wordt uitgeplast met als gevolg dat de hamster enorm snel vocht verliest. De hamster krijgt extra prikkels om meer te drinken om te voorkomen dat hij uitgedroogd raakt. Hij heeft daarom meer dorst. Een hamster met diabetes moet daarom altijd over voldoende water ter beschikking hebben. Zodat uitdroging voorkomen wordt.
Hoe test ik een hamster op diabetes?
Een manier om diabetes aan te tonen is om de urine te testen op glucose niveau. Er hoort geen glucose in de urine te zitten. Bij de apotheek kan je teststrips voor urine-analyse kopen (bijv. Clinistic / Diaburtest 5000). In één busje zitten 50 teststrips en dit kost tussen de 10 en de 20 euro. Na het openen zijn de teststrips ongeveer een half jaar houdbaar. Lees de handleiding die bij de teststrips zit goed, zodat je precies weet wat je moet doen en waar je op moet letten. Er zijn verschillende teststrips in omloop waarbij sommige strips slechts 10 seconden in urine gehouden moeten worden. Ook de snelheid van verkleuren is afhankelijk van de soort teststrip. Je zet een hamster in een schoon transportkooitje en wacht tot hij geplast heeft. Wanneer de plas schoon is en geen poepjes of voedsel bevat, kan je dit met een suikerstrip testen. Let op dat poepjes en voedselsporen in urine valse testresultaten kunnen geven. Dat is de reden om alleen schone plasjes te testen. Ook angst kan leiden tot een wat hoger glucose gehalte in urine. Bij vermoeden van diabetes kan je het beste daarom twee keer testen. Zodat je zeker bent van de testuitslag.
Wanneer je met een suikerstrip een positieve testuitslag hebt, kan dit inhouden dat de hamster diabetes heeft. Maar dat hoeft niet in alle gevallen zo te zijn. Er zijn ook andere aandoeningen waardoor er meer glucose in de urine voorkomt. Dit kan bijvoorbeeld een nieraandoening of nierinfectie zijn.
Bij de test moet de hamster niet nuchter zijn. De test wordt namelijk beïnvloed wanneer de hamster de afgelopen 24 uur geen eten heeft gehad. Het testen van urine geeft namelijk een beeld hoe het enkele uren geleden was. Wanneer de hamster lange tijd nuchter is, zijn de koolhydraten al omgezet en het teveel aan glucose al uitgeplast.
|
|
|
|
|
|
Ketonen
Wanneer er te weinig insuline is en daardoor teveel glucose in de bloedbaan zit, kan glucose niet in brandstof omgezet worden. Het lichaam spreekt dan andere energiebronnen aan. Dit zijn vooral de vetten die in het lichaam opgeslagen zijn. Bij verbranding van vetten komen er ketonen vrij.
Ketonen zijn zuren en wanneer bij een hamster met diabetes teveel vetten verbrand worden, wordt het bloed te zuur. Dit wordt keto-acidose genoemd. Dit komt door het volgende proces: bij vetverbranding zijn coenzym A-moleculen nodig. Deze coenzym A-moleculen worden normaal gevormd uit glucose. Echter omdat het lichaam te weinig glucose kan gebruiken moet worden overgegaan tot het afbreken van eiwitten om deze coenzym A-moleculen te vormen. Het afbreken van eiwitten (onder andere in spieren) leidt tot deze verzuring. Bij zo'n situatie raakt de hamster snel uitgedroogd en kan buiten bewustzijn raken. Keto-acidose is een gevaarlijke situatie die zeer snel tot de dood kan leiden.
Zowel bij type 1 als 2 kan keto-acidose optreden. De kans dat het bij type 1 optreedt is veel groter dan bij type 2.
Er zijn ook teststrips waarmee je naast glucose ook het ketonen gehalte in de urine kunt meten. Ook hierbij moet opgemerkt worden dat wat je met urine test de situatie is van enkele uren geleden.
Hoe moet ik omgaan met een hamster met diabetes?
Diabetes kan bij hamsters niet genezen of met insuline behandeld worden. Het beste is om een schraal dieet te geven en derhalve de hoeveelheid koolhydraten en vetten te reduceren. Het dieet moet zodanig aangepast worden dat het meer vezels en proteïnen bevat en minder vet. Vezels zijn belangrijk omdat dit de opname van suiker vertraagt en zodoende is er minder behoefte aan insuline. Het heeft daarom een positief effect op de glucosespiegel.
Een alternatief voer is bijvoorbeeld chinchillavoer of degoevoer en dit aan te vullen met hondenbrokjes geschikt voor hond met diabetes. Wanneer de hamster chinchillavoer of degoevoer niet wil eten, kan je het mengen met bijvoorbeeld Harry Hamstervoer of dwerghamstervoer van Vitakraft. Wel moet je de maïs en erwtenvlokken eruit halen. En beste is om gespreid over de dag te voeren ten behoeve van de opname.
Een goede manier om extra vezels te geven is om Timothy hooi te geven. Het geven van extra lijnzaad in kleine hoeveelheden is ook goed. Dit is namelijk vezelrijk en bevat veel proteïnen. Ook kan je fenegriek zaden (25 op één dag) bijgeven. Dit is in de natuurwinkels te verkrijgen. Ook moet je letten op groentes die je geeft. Goede groentes om te geven is bijvoorbeeld andijvie, komkommer, broccoli, bloemkool, sellery, rode en groene paprika en witlof. Dit moet je in beperkte mate geven (gewone porties).
Wat je nog meer als extra kunt geven zijn tarwekiemen, gedroogd meergranen brood, volkoren pasta, bruine rijst en wheetabix.
Het dieet moet niet te veel zonnebloempitten, pompoenpitten of noten bevatten. Dit is namelijk het voer waar veel vet in zit. En ook niet te veel Johannesbrood. Hierin zit veel koolhydraten waarvan veel suikers. Bij noten zijn amandelen de beste keuze. In amandelen zit namelijk veel magnesium en dit is een mineraal dat betrokken is bij de bloedsuikerbeheer. Dit kan een positief effect hebben op de bloedsuikerspiegel.
Ook kunnen verschillende gekleurde harde brokken een bijproduct van suiker bevatten namelijk melasse. Melasse is een stroopachtig bijproduct van de productie van suiker uit suikerriet of suikerbieten. Melasse wordt gebruikt als bindmiddel / plakmiddel met betrekking tot de gekleurde harde brokken wat in veel voeding te vinden is. Niet iedereen gebruikt hiervoor melasse. Er zijn ook fabrikanten zoals Supreme die Johannesbroodpitmeel als bindmiddel gebruiken. Dit zie je terug op de verpakking. Op de verpakking staat dan 'zonder suikers' of 'zonder toegevoegde suikers'. Met de term 'zonder suikers' bedoelen ze dat er geen extra suikers toegevoegd zijn. Natuurlijk bevat hamstervoeding altijd natuurlijke suikers.
Wat je absoluut niet moet geven zijn: hamstersnoepjes, hamsterknaagstaven, etenswaren waar suiker in zit, kokos, rozijnen, maïs en geen (gedroogd) fruit.
Bij erge gevallen moet je ook voorkomen dat ze uitgedroogd raken. Je kan dan het drinkwater vervangen door een mix van Pedialyte 50% / water 50%. Dit is een kinderdrank om uitdroging te voorkomen. In Pedialyte zit dextrose en daarmee zorg je dat de glucosespiegel omhoog gaat. Dit moet altijd in combinatie met het geven van fenegriekzaden. Een ander mogelijkheid is om het drinkwater te vervangen door kamillethee. Kamillethee heeft namelijk een positief effect op de bloedsuikerspiegel.
Tevens moet je de hamster met diabetes zoveel mogelijk laten bewegen. Ook al heeft de hamster niet voldoende energie, het is toch het beste om hem even te laten lopen. Let er wel op dat het niet teveel wordt en stop dus tijdig. De hamster moet voldoende rust krijgen.
En omdat een hamster met diabetes meer vocht nodig heeft, moet er altijd voldoende water aanwezig zijn en moet er voorkomen worden dat het water opraakt. Dit om uitdroging te voorkomen.
Waarom zouden wij nu meer diabetes gevallen bij de Campbelli dwerghamsters zien?
Al lange tijd zijn om verschillende redenen Campbelli dwerghamsters niet favoriet om te fokken en het aantal fokkers is beperkt. De genenpool is kleiner geworden doordat het aantal Campbelli dwerghamsters waarmee gefokt wordt, klein is. De fokkers vissen in dezelfde vijver als ze nieuw bloed zoeken. Daardoor stijgt langzamerhand het percentage inteelt. Hierdoor is de kans dat verkeerde genen bij elkaar komen groter.
Diabetes is niet altijd genetisch. Ongeveer vier procent van de mensen krijgt op den duur diabetes en dat is ook in veel gevallen niet genetisch. Diabetes kan dus ook zomaar optreden en/of veroorzaakt worden door externe factoren. De laatste jaren zijn wetenschappers epigenetica aan het bestuderen. Hier hebben zij verschillende linken gevonden met diabetes. Een voorbeeld van epigenetisch eigenschap is dat wanneer mannelijke ratten teveel vetten krijgen, de dochters meer kans hebben op diabetes. Maar als een fokker een nest heeft gehad waarin twee of zelfs meer diabetes gevallen ontstaan zijn, dan moet er geen risico genomen worden en moet ervan uitgegaan worden dat dit genetisch kan zijn. En daar de consequenties aan verbinden.
Hoe moet je als fokker omgaan met hamsters waar diabetes in de achtergrond zit?
Het beste is om in totaal niet te fokken met hamsters waar diabetes in de achtergrond zit. Maar wanneer de genenpool al zo klein is, zoals bij de Campbelli dwerghamsters het geval is, is dit niet altijd reëel. Wel moeten beide ouderdieren die diabetes gevallen veroorzaken uit de fok gehaald worden. Een selectiemethode die bij diabetes gebruikt kan worden is om nieuwe exemplaren niet te vroeg in de fok te zetten. Mannetjes zou je zelfs heel laat in de fok kunnen zetten. Dit wel bij riscio dieren en dit moet niet consequent gedaan worden. Het inzetten van oudere dieren kan ook andere (epi)genetische gevolgen hebben. Bij oudere mannen kan de hoeveelheid DNA-schade groter zijn.
Het beste is om de inteeltcoëfficiënt te berekenen op basis van vijf of meer generaties. Veelal zou je zien dat bij drie tot vier generaties geen of nauwelijks verwantschap speelt. Het lijken allemaal onverwante hamsters. Maar als je de vijfde generatie meeneemt, zal je al snel zien dat veel hamsters van elkaar afstammen. Zelfs meer dan je zou vermoeden. Bij hamsters met een verhoogd risico op een defect zoals diabetes kan je het beste outcrossing doen. Dit betekent dat je kruist met een andere hamster die onverwant is. Probeer daarom onverwante exemplaren te krijgen. Het risico op defecten wordt daarmee verkleind.
Pas een goed selectiebeleid toe en selecteer niet teveel fokdieren van één koppel. Het gevaar schuilt namelijk dat wanneer er meer dan twee fokdieren van één koppel geselecteerd wordt, het aantal hamsters met een defect binnen een grote groep groter wordt. Worden er grote aantal fokdieren van eenzelfde fokkoppel geselecteerd, kan een defect snel verspreid raken.
Daarnaast wees als fokker open en eerlijk. En communiceer wanneer er diabetes gevallen zijn opgetreden. Tegenwoordig verspreiden hamsters over de hele wereld en het is voorgekomen dat in een ander deel van de wereld met hamsters gefokt werd waarvan wij in Nederland al wisten dat er diabetes in voorkwam.
Hoe vererft diabetes?
Erfelijkheid speelt bij diabetes bij mensen een kleinere of grotere rol, afhankelijk van het soort diabetes. Bij diabetes type 2 speelt erfelijkheid vaker een rol dan bij type 1. Veel vormen vererven polygenetisch. Dat betekent dat verschillende genen gecombineerd een verhoogde kans op diabetes geeft. Bij een grote genenpool is een defect dat polygenetisch vererft geen groot probleem. Zolang met verstand gefokt wordt waarbij bij kruisingen sprake is van een lage inteeltcoëfficiënt is de kans dat de verkeerde genen bij elkaar komen, zeer klein. Bij de Chinese dwerghamster is diabetes onderzocht die polygenetisch vererft. Totaal zijn er vier genen gelokaliseerd die ervoor zorgde dat er sprake was van een verhoogde kans op diabetes. Bij kruisingen bleek dat pas na 10 generaties van inteelt een verhoogde kans op diabetes geconstateerd werd.
De ouderdomsdiabetes die vooral in de jaren '80 voorkwam, vererft dominant. Ook zijn er bij de Russische dwerghamsters diabetes vormen die vrij vroeg optreden en dominant vererven. Dominant is vele male erger dan polygenetisch. Ook al doe je een outcross en is de inteeltcoëfficiënt nihil, de helft van de jongen erven het defect en zullen meer kans hebben om diabetes te krijgen.
De woorden "het kunnen krijgen" worden hier niet voor niets gebruikt en zijn essentieel om te begrijpen hoe het zit. Wanneer een hamster verkeerde genen heeft, verhoogt het de kans op het krijgen van diabetes. Dit betekent nog niet dat diabetes tot uiting gaat komen. Externe factoren zoals voer kunnen mede een rol spelen. Maar ook lichaamsgewicht en bouw kunnen een rol spelen. Dat zien wij in de praktijk terug waarbij diabetes één tot zelfs meerdere generaties lijkt over te slaan.
Door selectiebeleid kan de gevoeligheid beïnvloed worden. De exemplaren die het wel krijgen, worden uit de fok gezet. En exemplaren die het op jonge leeftijd krijgen, hebben nog geen nageslacht waardoor het niet doorgegeven wordt. Zo kan binnen een bepaalde groep hamsters genetisch gezien het defect diabetes aanwezig zijn, terwijl het niet vaak tot uiting komt. Het gevaar is dat andere fokkers die outcrossing toepassen, geconfronteerd worden met diabetes. Selectie gaat dan namelijk deels verloren. Het werkt namelijk precies hetzelfde als bijvoorbeeld een bontfactor of een tekening. Wanneer een fokker zich toe heeft gelegd op een tekening en deze perfect geselecteerd heeft, dan kan hij hiervan steeds meer exemplaren fokken. Maar ga je een perfect exemplaar met een totaal andere lijn kruisen, dan zie je vaak dat de tekening minder goed is.
Kruising tussen broer en zus om te kijken of er diabetes in de lijn zit (inteelt test)
Een inteelt test wordt voornamelijk gedaan om direct zichtbare defecten op te sporen zoals defecten die ervoor zorgen dat een hamster oogloos is. Daarnaast wordt een inteelt test gedaan om te kijken of er slechte genen aanwezig zijn die direct invloed hebben op de groei van de jongen. Je ziet dan slecht opgroeiende jongen tussen de beter opgroeiende jongen.
Er zijn ook fokkers die een inteelt nest fokken om te kijken of er sprake is van diabetes. Maar inteelt zegt niet heel veel over diabetes. Je zou dan alle jongen op eenzelfde manier in een gecontroleerde omgeving moeten laten opgroeien. En daarnaast kan diabetes in verschillende maten uiten en ook op verschillende leeftijden. Het gaat om een vergroting van de kans om diabetes te krijgen en dat wil niet zeggen dat ze het krijgen. Daarnaast zijn er meerdere defecten die kunnen leiden tot een hoger glucosegehalte in de urine.
Elk organisme heeft vele tientallen genen die tot afwijkingen kunnen leiden. Genetische afwijkingen horen bij het leven. Bij een inteelt kruising kunnen verkeerde genen bij elkaar komen die tot problemen leiden, terwijl die in de praktijk bij normaal fokken nooit bij elkaar zouden komen. Erfelijke afwijkingen kunnen nimmer 'weggefokt' worden. Wel kunnen wij de schade zoveel mogelijk beperken door openheid, overleg en het uitstippelen van een goed fokbeleid. En diabetes pak je aan door een goed fokbeleid toe te passen.
Het ligt aan het voer! Je moet hamsters met verhoogd risico op aangepast voer zetten!
Je hoort steeds vaker geluiden dat het beter is om bijvoorbeeld Russische dwerghamsters met de kleurslag Mandarijn of Campbelli dwerghamsters op aangepast voer te zetten. In Duitsland kan je zelfs speciaal voer kopen dat verkocht wordt zijnde voer met minder risico op diabetes. Maar dit is juist wat in mijn ogen niet moet gebeuren. Door hamsters op speciaal aangepast voer te zetten, voer dat minder koolhydraten en minder vet bevat, vezel- en proteïnerijk is, zal alleen maar meer leiden dat het niet gesignaleerd wordt. En daardoor zal het defect alleen maar verder verspreiden c.q. gefokt worden met exemplaren die een hoger risico geven op diabetes.
Martin Braak, d.d. 3 januari 2016 - 28 maart 2016
Bronnen:
Sylvia de Graaf, a.h.v. haar ervaringen met haar hamster Basje o.a. gedeeld op het forum van DeHamster.nl
Eveneens heeft Sylvia dit onderdeel nagelezen en aanvullingen aangereikt
Diabeteswiki.nl
Diabetesfonds.nl, o.a. verschil tussen de vormen van diabetes en koolhydraten
Boerenmedical, http://www.boerenmedical.nl (diabetes-ketonen)
NVKC m.b.t. ketonen, http://www.nvkc.nl/zoek-een-test?id=304