Geel-wildkleur roodoog is een warm gele kleur. Bij het fokken zie je veel kleurvariaties en het is lastig om deze kleur stabiel te fokken. Internationaal wordt deze kleur
ook wel Argente genoemd. In Engeland wordt soms de benaming Orange voor deze kleur gebruikt. In het verre Oosten wordt deze kleur ook wel Pudding genoemd. Dit komt
omdat ze vrij veel geëxporteerd zijn naar landen zoals Singapore en wij in Nederland een veel grotere type Rus fokken dan ze internationaal gewend
zijn. Vooral medio jaren '90 waren ze gigantisch groot, soms wel 13 cm of langer. Tegenwoordig fokken we weer de wat kleinere type Russische dwerghamster.
Genetische code: pp
Geel-wildkleur roodoog vererft recessief. Genetisch gezien gaat het hier om de pink-eyed dilution mutatie.
Foto's
De aalstreep
Er zijn twee verschillende kleuren aalstreep bij de kleur, namelijk sepia-bruin en zilvergrijs. De sepia-bruine aalstreep heeft de voorkeur. De kleur van de aalstreep
wordt snel beïnvloed door de kleur Blauw-wildkleur. Vaak zijn de Geel-wildkleur roodoog met zilvergrijze aalstreep drager van Blauw-wildkleur. Maar dat hoeft niet
altijd zo te zijn. Zo zijn er diverse Geel-wildkleuren met zilvergrijze aalstrepen geweest die niet voor Blauw-wildkleur droegen. En visa versa, Geel-wildkleur roodogen met een sepia-bruine aalstreep die wel voor Blauw-wildkleur droegen. Ervaring is wel dat wanneer Blauw-wildkleur gemeden wordt, de aalstreep kleur stabieler wordt en
sepia-bruin blijft.
Informatie
De Geel-wildkleur roodoog is eigenlijk geen spontane kleurmutatie geweest, maar is ontstaan uit een kruising met een Campbelli dwerghamster en een Russische dwerghamster.
Mijn broer en ik waren eind jaren tachtig al beide erg actief met het fokken van dwerghamsters en we kochten een Campbelli met een vlek welke heel veel weg had van een Russische dwerghamster. Uit onwetendheid hebben wij deze gekruist met een Rus. De Campbelli vrouwtje bracht drie jongen voort. Twee waren heel
Campbelli-achtig maar eentje leek heel veel op een Rus. Na gesprekken met Fred Petrij werd ons duidelijk dat we bezig waren met hybride fok en dat de jongen niet zomaar weg moesten doen. We hebben toen besloten het als een experiment te zien en we hebben ze zeven jaar lang terug gefokt op zuiver Rus; dit meer dan 20 generaties. Al bij generatie 6 leken ze erg op Rus en bij generatie 10 konden wij bij de wildkleuren geen enkel Campbelli trekje terug vinden. Ook
bij inteelt bleek er geen mankementen naar boven te komen. Pas na zeven jaar hebben wij besloten om deze dwerghamsters aan andere fokkers te beschikking te stellen.
Ook zijn er fokkers die van mening zijn dat rond dezelfde tijd een spontane gele Rus in een laboratorium is ontstaan en dat deze kleur via de Oostblok landen hier is gekomen. Helaas is hier geen schriftelijk bewijs van.